Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo verlieten zij het huis des HEEREN, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de [49]afgoden; toen was een grote [50]toornigheid over Juda en Jeruzalem, om deze hun schuld. 49. Hebreeuws, smarten. Zie 1 Sam.31:9. 50. Namelijk, Gods. Zie onder, hfdst.28 vs.13.